fbpx

Meer weten

Cijfers & feiten

Aantal windturbines4 windturbines
Vermogen per windturbine7,2 MW
Tiphoogte van de windturbine250 meter
Stroomopbrengst68.500.000 kWh per jaar
Elektriciteit voor ca. 20.000 huishoudens
Bouwperiode2027 – 2028

Veel gestelde vragen

Windpark De Lutte

Bij de voormalige grensovergang De Poppe, Zandhuizerweg in de Lutte, gemeente Losser. Zie ook de afbeelding hiernaast met de beoogde locaties van de turbines. De komende tijd moet blijken of dit de precieze locaties zijn of dat deze nog iets wijzigen.

Hiervoor willen we u verwijzen naar de visualisaties.

Op dit moment gaan wij uit van ongeveer 250 meter tiphoogte.

Hinder van slagschaduw is helaas nooit helemaal uit te sluiten. Prowind doet haar best om eventuele hinder zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast zal het windpark aan de geldende normen moeten voldoen om de slagschaduw zoveel mogelijk te beperken.

Geluidshinder van windturbines kan, ondanks strenge regelgeving waaraan altijd voldaan moet worden, nooit helemaal voorkomen worden. Prowind blijft als ontwikkelaar en bouwer van de molens langdurig betrokken bij het windpark en zal eventuele hinder zoveel mogelijk proberen te beperken.

Eventuele hinder zal per situatie en persoon verschillend worden ervaren. Belangrijk uitgangspunt van de regels en vergunningverlening is dat hinder zoveel mogelijk zal worden voorkomen. Als er toch hinder wordt ervaren, kan dat worden gemeld bij de provincie. Die zal beoordelen of de windmolen overeenkomstig de vergunning geplaatst en in gebruik is. Als dat niet het geval is, zal de provincie in gesprek gaan met de eigenaar om (verdere) hinder te voorkomen. Bij overtredingen kan
de provincie handhavend optreden.
Prowind zal zowel in de ontwikkel- als exploitatiefase eventuele hinder van het windpark proberen te voorkomen of hiervoor een oplossing zoeken.

De volgende stap voor het project is dat er nu gezocht gaat worden naar een partner om invulling te geven aan 50% lokaal eigendom. Vervolgens zal in het eerste kwartaal van 2023 de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) gepubliceerd worden (zie ook de eerste vraag bij het onderwerp Procedure voor een uitgebreide toelichting). Een NRD is een plan van aanpak voor het op te stellen milieueffectrapport (m.e.r.). In het plan van aanpak staat wat in de m.e.r. allemaal onderzocht gaat worden. Voordat de m.e.r. wordt uitgevoerd, wordt de NRD ter inzage gelegd en kunt u hier input op geven. Zo kunt u aangeven wat voor u van belang is om te onderzoeken. In de periode erna wordt een m.e.r. opgesteld. In deze fase worden de benodigde onderzoeken uitgevoerd, worden alternatieven onderzocht en de milieueffecten in beeld gebracht. Ook tijdens het uitvoeren van de m.e.r. kunt u input geven. Prowind zal hiervoor een bijeenkomst organiseren.

Tegelijkertijd wordt met de NRD ook een participatieplan opgesteld door de initiatiefnemer. In dit plan staat hoe Prowind (en de mede-initiatiefnemers) u als inwoner gaat betrekken bij het project, waarover u mee kunt praten, hoe dat kan en hoe Prowind omgaat met de resultaten daarvan. Voordat dit participatieplan uitgevoerd wordt moet de provincie dit goedkeuren, ter inzage leggen en kunt u hier een reactie op geven.

In het laatste kwartaal van 2023 volgt de vergunningaanvraag op basis van alle uitgevoerde onderzoeken en op basis van de resultaten van het participatieproces. Vervolgens worden de ontwerpvergunningen en het ontwerpprojectbesluit opgesteld. Besluitvorming hierop zal naar verwachting in het voorjaar van 2024 plaatsvinden, inclusief de terinzagelegging. Besluitvorming op de definitieve vergunning en het definitieve projectbesluit zal naar verwachting plaatsvinden in het
najaar van 2024. Vervolgens wordt in de planning rekening gehouden met eventuele bezwaarprocedures die de rest van 2024 en heel 2025 in beslag nemen. In 2026 moet dan de financiering worden afgerond en wordt gestart met de bouwvoorbereiding. 2027 staat in het teken van het bouwen van de turbines. In 2028 is dan de inbedrijfstelling en start van de exploitatie van de turbines.

Windturbines gaan onder de huidige technische omstandigheden minimaal 25 tot 30 jaar mee. Prowind zal echter een vergunning aanvragen voor maximaal 25 jaar. Gedurende die periode is er geen sprake van vervanging van de turbines, tenzij er tussentijds sprake is van een onvoorziene calamiteit.

Tussentijdse vervanging van de wieken is onder andere afhankelijk van de gebruiksduur, belasting, materiaalgebruik en vormgeving. Tussentijdse vervanging is mogelijk, voor zover in overeenstemming met de verleende vergunning.
Als de molens na 25 jaar vervangen worden, zal er opnieuw besluitvorming moeten plaatsvinden op basis van de dan bestaande technieken, innovaties en de dan actuele beleidsmatige doelstellingen en inzichten. Eventuele vervanging na 25 jaar is geen onderdeel van dit project of van de aan te vragen vergunning.

De stroom wordt via een kabel naar het meest nabijgelegen midden- of hoogspanningsstation geleid en daar in het elektriciteitsnetwerk ingevoerd. Via het elektriciteitsnet gaat de stroom naar de afnemers. Dit gaat via een contract met een nog te kiezen energieleverancier. Prowind zou graag willen dat de toekomstige energieleverancier die de stroom afneemt, die stroom ook weer lokaal (aan particulieren, bedrijven en grootverbruikers) gaat leveren. Het is aan de initiatiefnemer (Prowind) om daar een keuze in te maken.

Het windproject De Lutte kan worden aangesloten op het station in Oldenzaal, de Zoeke in Losser of mogelijk, een grensoverschrijdend pilotproject in Duitsland. De netcapaciteit in dit gebied is op dit moment zeer beperkt. De komende jaren zullen netbeheerders hard werken om dit op te lossen. Tijdens de ontwikkelingsfase zal deze mogelijkheid uitgebreid worden onderzocht.

Aanvankelijk was het plangebied en het aantal windturbines dat Prowind wilde bouwen, groter. Maar toen bleek dat de meer noordelijke turbines in het gebied van de aanvliegroute zouden staan, heeft Prowind besloten deze te laten vervallen. Daarom is het nu een initiatief van vier windturbines die buiten de aanvliegroute worden geplaatst.

Dat het er vier worden is nog niet zeker, maar dat de provincie in september 2022 heeft aangegeven onder voorwaarden mee te willen werken, is wel een belangrijke stap voor het project. Nu zullen de onderzoeken, die in 2023 in het kader van de m.e.r. worden uitgevoerd, bepalen of het windpark ook echt haalbaar is. Of het project wordt voortgezet als het alleen met drie windturbines kan worden gebouwd, is nog niet bekend.

Algemeen

De volgende stap voor het project is dat er nu gezocht gaat worden naar een partner om invulling te geven aan 50% lokaal eigendom. Vervolgens zal in het eerste kwartaal van 2023 de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) gepubliceerd worden (zie ook de eerste vraag bij het onderwerp Procedure voor een uitgebreide toelichting). Een NRD is een plan van aanpak voor het op te stellen milieueffectrapport (m.e.r.). In het plan van aanpak staat wat in de m.e.r. allemaal onderzocht gaat worden. Voordat de m.e.r. wordt uitgevoerd, wordt de NRD ter inzage gelegd en kunt u hier input op geven. Zo kunt u aangeven wat voor u van belang is om te onderzoeken. In de periode erna wordt een m.e.r. opgesteld. In deze fase worden de benodigde onderzoeken uitgevoerd, worden alternatieven onderzocht en de milieueffecten in beeld gebracht. Ook tijdens het uitvoeren van de m.e.r. kunt u input geven. Prowind zal hiervoor een bijeenkomst organiseren.

Tegelijkertijd wordt met de NRD ook een participatieplan opgesteld door de initiatiefnemer. In dit plan staat hoe Prowind (en de mede-initiatiefnemers) u als inwoner gaat betrekken bij het project, waarover u mee kunt praten, hoe dat kan en hoe Prowind omgaat met de resultaten daarvan. Voordat dit participatieplan uitgevoerd wordt moet de provincie dit goedkeuren, ter inzage leggen en kunt u hier een reactie op geven.

In het laatste kwartaal van 2023 volgt de vergunningaanvraag op basis van alle uitgevoerde onderzoeken en op basis van de resultaten van het participatieproces. Vervolgens worden de ontwerpvergunningen en het ontwerpprojectbesluit opgesteld. Besluitvorming hierop zal naar verwachting in het voorjaar van 2024 plaatsvinden, inclusief de terinzagelegging. Besluitvorming op de definitieve vergunning en het definitieve projectbesluit zal naar verwachting plaatsvinden in het
najaar van 2024. Vervolgens wordt in de planning rekening gehouden met eventuele bezwaarprocedures die de rest van 2024 en heel 2025 in beslag nemen. In 2026 moet dan de financiering worden afgerond en wordt gestart met de bouwvoorbereiding. 2027 staat in het teken van het bouwen van de turbines. In 2028 is dan de inbedrijfstelling en start van de exploitatie van de turbines.

Onderzoeken en procedures

Opsomming geven met soorten onderzoeken (NRD, MER,  etc)

Er worden tal van onderzoeken verricht, die samen de onderbouwing vormen voor de milieu- en ruimtelijke aspecten van het project, zoals:

  • Akoestisch onderzoek
  • Onderzoek naar de effecten van slagschaduw
  • Jaarronde ecologisch veldonderzoek naar vogels & vleermuizen
  • Externe veiligheid
  • Gezondheidsaspecten
  • Landschappelijke inpassing
  • Archeologie
  • Energieopbrengst en vermeden CO2-emissies

Op basis van de resultaten van al deze onderzoeken toetsen we of het project past binnen de wet- en regelgeving. We kunnen nu nog niks zeggen over mogelijke resultaten van onderzoeken die nog uitgevoerd moeten worden.

In het tweede en derde kwartaal van 2023 wordt de m.e.r. uitgevoerd. De m.e.r. wordt opgesteld door Prowind en getoetst door de provincie. Deze wordt getoetst volgens de geldende regels. Zie het onderwerp Procedure voor een verdere toelichting op de te zetten stappen rondom de MER en uit te voeren onderzoeken.

Prowind heeft een radartoets laten uitvoeren door TNO en er is nog geen verklaring van geen bedenkingen aangevraagd bij Defensie. Een dergelijke verklaring wordt pas aangevraagd als de coördinaten van het toekomstige windpark zeker zijn. De posities van de windturbines zijn nu nog voorlopig en kunnen nog wijzigen.

Er is een ecologiestudie uitgevoerd en deze wordt op dit moment geactualiseerd. Op basis van wat er nu bekend is, zullen er in ieder geval een stilstand-voorziening en een ontheffing Wet natuurbescherming (Wnb) nodig zijn.

Het radarverstoringsonderzoek is uitgevoerd en heeft tot resultaat dat het project binnen de grens
blijft van maximaal 10% verstoring.

Naast de bovengenoemde projectbesluit- en m.e.r.-procedure moeten er ook vergunningenprocedures doorlopen worden. Dit zijn onder andere een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en milieu. Mogelijk is er een Wnb-vergunning nodig (Wet natuurbescherming) nu de bouwvrijstelling voor stikstof is komen te vervallen. Verder zijn er mogelijk besluiten i.v.m. het
Luchthavenbesluit Twente Airport en de radarverstoringsgebieden nodig. Voor het Luchthavenbesluit moet de Inspectie Leefomgeving & Transport goedkeuring geven. En radarverstoring ligt bij het ministerie van Defensie. Hiervoor heeft TNO al een studie verricht, waaruit blijkt dat het project aan de eisen voor radarverstoring voldoet (het valt binnen de 10% grens voor
verstoring).

Participatie en lokaaleigendom

Lokaal eigendom betekent dat bewoners en/of bedrijven uit de lokale gemeenschap eigenaar of mede-eigenaar zijn van een zonneveld of windmolen. Dat eigendom is een collectief eigendom, vaak in de vorm van een coöperatie of een andere passende rechtsvorm. Soms is het collectief van bewoners en/of bedrijven voor 100% eigenaar van een zonneveld of windmolen, soms voor een gedeelte, waarbij er wordt samengewerkt met een commerciële projectontwikkelaar.

We spreken van lokaal eigendom wanneer een collectief van lokale inwoners en/of lokaal gewortelde bedrijven gezamenlijk (mede-) eigenaar is van zon- of windprojecten. Dit kan een wijk, buurt of dorp zijn die zich verenigt om een zon- of windproject te realiseren, een collectief van lokaal gewortelde boeren of bedrijven of een lokale energiecoöperatie. Het gaat daarbij altijd om een collectief: één lokale boer of één lokaal bedrijf dat een zon- of windproject realiseert zonder de omgeving mee te laten profiteren van de opbrengsten beschouwen we niet als lokaal eigendom.

Lokaal eigendom

  • Gaat over aanpak van energieprojecten
  • Gaat over zeggenschap
  • Gaat over verdeling lusten en lasten
  • Gaat over verdeling opbrengsten
  • Gaat over collectief eigendom

Iedereen kan meedoen. Lokaal eigendom is een middel om lokaal zeggenschap over een energieproject te realiseren (de energietransitie democratischer te maken).

Nee, dat is iets anders. De ontwikkelaar van het project (dus ook de initiatiefnemers van het lokaal eigendom) hebben een deel eigen vermogen nodig om vreemd vermogen aan te kunnen trekken. Dat eigen vermogen creëert de coöperatie bijvoorbeeld door geld op te halen in de gemeenschap: de leden van die coöperatie en inwoners in de regio kunnen dan investeren in het project tegen een aantrekkelijke rente. Dit onderdeel heet financiële participatie.

De zeggenschap als individu is beperkt. Het collectief dat vormgeeft aan de 50% lokaal eigendom is echter voor de helft eigenaar en heeft daarom veel invloed in de vormgeving van het project, het proces en bijvoorbeeld over de besteding van eventuele winsten. Hoe ver deze zeggenschap reikt maakt onderdeel uit van de onderhandeling tussen het lokale collectief en de commerciële ontwikkelaar (in dit geval Prowind).

50% lokaal eigendom is een streven zoals vastgelegd in de Regionale Energiestrategie (RES). De provincie heeft daarbij met Prowind afgesproken dat dit niet alleen een streven is, maar dat 50% gehaald moet worden. De betrokken partners gaan hun best doen om dit te realiseren. Tegelijkertijd kan het windproject ook doorgaan bij minder lokaal eigendom, wanneer er bijvoorbeeld onvoldoende animo is in de omgeving om 50% eigendom te realiseren. Mensen kunnen immers niet gedwongen worden om deel te nemen aan het project.

Meld u aan bij Natuur en Milieu Overijssel via: l.broere@natuurenmilieuoverijssel.nl. Dan wordt vanuit
daar gekeken wat we voor elkaar kunnen betekenen. De komende maanden zullen er meerdere
momenten zijn om meer informatie te krijgen en in gesprek te gaan met Natuur en Milieu Overijssel.

Er zijn geen persoonlijke risico’s verbonden aan het vormgeven van lokaal eigendom. Het lokaal eigendom zal vormgegeven worden met een juridische entiteit, bijvoorbeeld een zogenoemde coöperatie UA. De UA staat voor uitgesloten aansprakelijkheid. Daarbij zijn zaken als fraude en moedwillig slecht bestuur natuurlijk buiten beschouwing gelaten.

De coöperatie zelf gaat als mede-initiatiefnemer wel risico’s aan. Voor een gedeelte kunnen deze beperkt worden, bijvoorbeeld doordat het geld voor de ontwikkeling geleend kan worden bij het Energiefonds Overijssel. Het risico dat het geld niet terug betaald kan worden als het project niet doorgaat ligt dan bij het Energiefonds. Daarnaast is er altijd een (financieel) risico als het windpark er staat, hoewel dit meestal vrij beperkt is. Mocht u geïnteresseerd zijn in lokaal eigendom dan kan Natuur en Milieu Overijsel hier meer over vertellen (l.broere@natuurenmilieuoverijssel.nl).